De Alliance Française maakt gebruik van het Europees Referentiekader om het niveau van de cursussen aan te geven. Dit referentiekader is onder leiding van de Raad van Europa ontwikkeld met als doelstelling de beschrijving van de taalvaardigheidniveaus voor de verschillende Europese talen te standaardiseren.
In 2020 verscheen de vernieuwde versie van het ERK. Het geeft een uitgebreide en precieze beschrijving van de beheersing van een taal, verdeeld in zes vaardigheidsniveaus. Een beknopte versie van het ERK vindt u hieronder.
De vaardigheden, die iemand voor de verschillende niveaus moet beheersen, zijn de volgende:
A1 – Basisgebruiker
Heeft basiskennis van de taal, is bekend met alledaagse uitdrukkingen en elementaire zinnen over concrete behoeften.
A2 – Basisgebruiker
Bekend met vaak voorkomende uitdrukkingen. Kan communiceren over vertrouwde en alledaagse onderwerpen.
B1 – Onafhankelijk gebruiker
Kan de hoofdpunten begrijpen van alledaagse taal. Kan eigen mening geven en beschrijvingen van ervaringen en gebeurtenissen.
B2 – Onafhankelijk gebruiker
Kan kerngedachten van complexe teksten begrijpen. Kan duidelijke, gedetailleerde tekst produceren. Kan vlot en spontaan communiceren.
C1 – Vaardig gebruiker
Kan een uitgebreide toespraak begrijpen, tv-programma’s en complexe teksten. Kan zichzelf vloeiend en spontaan uitdrukken. Kan gedetailleerde beschrijvingen geven over complexe onderwerpen.
C2 – Vaardig gebruiker
Kan nagenoeg alle gesproken taal gemakkelijk verstaan. Kan zichzelf spontaan, vlot en genuanceerd uitdrukken.
Les Alliances françaises des Pays-Bas forment un réseau national dont le projet pédagogique est inspiré par les spécificités du territoire et du public.
De Alliances Françaises van Nederland vormen een nationaal netwerk met een cursusaanbod dat de specifieke kenmerken van Nederland en het Nederlandse publiek als uitgangspunt heeft.
L’offre de cours est fondée sur le Cadre européen commun de références pour les langues.
Het cursusaanbod is gebaseerd is op het Europese referentiekader voor de talen.
Les enseignants, ayant le français pour langue maternelle ou langue seconde, sont diplômés en Français langue étrangère et compétents. Ils actualisent leur savoir-faire dans le cadre de la formation continue.
De docenten, die Frans als moedertaal dan wel als tweede taal hebben, zijn vakkundig en bevoegd. Door middel van na- en bijscholing actualiseren zij voortdurend hun kennis en vakkundigheid.
L’offre de cours est diversifiée et adaptée aux besoins des apprenants.
Er is een breed cursusaanbod dat aansluit bij de behoeften van de cursisten.
Une évaluation personnalisée, gratuite et sans engagement est proposée avant l’inscription.
Een vrijblijvende persoonlijke niveaubepaling wordt voor de inschrijving aangeboden.
Les méthodes utilisées sont communicatives et actionnelles ; elles sont fondées sur le Cadre européen.
De gebruikte methoden zijn communicatief en actief. Zij gaan uit van het Europees referentiekader.
Les apprenants ont la possibilité de se préparer aux certifications de français langue étrangère reconnues.
Cursisten hebben de mogelijkheid om zich voor te bereiden op de erkende diploma’s Frans als vreemde taal.
Naar: Annuaire – Concours de la Chanson – Help