Europees referentiekader voor talen

Cadre Européen Commun de Référence (CECR)

De Alliance Française maakt gebruik van het Europese Referentiekader om het niveau van de cursussen aan te geven. Dit referentiekader is ontwikkeld onder leiding van de Raad van Europa met als doelstelling de beschrijving van de taalvaardigheidsniveaus voor de verschillende Europese talen te standaardiseren. Het referentiekader beschrijft verschillende taalvaardigheden op zes niveaus (A1, A2, B1, B2, C1 en C2). Deze beschrijvingen hebben een universele geldigheid: niveau A2 bij Frans veronderstelt dus dezelfde vaardigheden als niveau A2 bij Duits of Engels.

De vaardigheden, die iemand voor de verschillende niveaus moet beheersen, zijn de volgende:

  • Luistervaardigheid
  • Leesvaardigheid
  • Schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid
  • Mondelinge uitdrukkingsvaardigheid

A1 – Basisgebruiker
Heeft basiskennis van de taal, is bekend met alledaagse uitdrukkingen en elementaire zinnen over concrete behoeften.

A2 – Basisgebruiker
Bekend met vaak voorkomende uitdrukkingen. Kan communiceren over vertrouwde en alledaagse onderwerpen.

B1 – Onafhankelijk gebruiker
Kan de hoofdpunten begrijpen van alledaagse taal. Kan eigen mening geven en beschrijvingen van ervaringen en gebeurtenissen.

B2 – Onafhankelijk gebruiker
Kan kerngedachten van complexe teksten begrijpen. Kan duidelijke, gedetailleerde tekst produceren. Kan vlot en spontaan communiceren.

C1 – Vaardig gebruiker
Kan een uitgebreide toespraak begrijpen, tv-programma’s en complexe teksten. Kan zichzelf vloeiend en spontaan uitdrukken. Kan gedetailleerde beschrijvingen geven over complexe onderwerpen.

C2 – Vaardig gebruiker
Kan nagenoeg alle gesproken taal gemakkelijk verstaan. Kan zichzelf spontaan, vlot en genuanceerd uitdrukken.